Aan het einde van een vak word je vaak gevraagd om de vakevaluatie in te vullen. De kans is groot dat je niet weet wat er volgens met jouw mening gebeurt. In deze post krijg je antwoord op die vraag en vertel ik hoe het is om mee te doen in de universitaire medezeggenschap.
Wat is medezeggenschap?
Het woord zegt het al: actief zijn in de medezeggenschap betekent kort gezegd dat je invloed hebt op het onderwijs. In feite is het een belangrijk deel onder de motorkap van het onderwijs: werkt alles zoals zou moeten en wat kan er beter? Het gaat dan bijvoorbeeld over de kwaliteit van je vakken, invulling van het studieprogramma of de roosters. Als student-lid van een van de medezeggenschapsorganen beslis je mee en praat je met docenten en bestuurders van je faculteit of de universiteit over het onderwijs.
De drie belangrijkste medezeggenschapsorganen zijn de Universiteitsraad, de Faculteitsraad en de Opleidingscommissies. Voordat je verder leest, nog even een waarschuwing: het gebruik van afkortingen is nogal geliefd in de wereld van de medezeggenschap. Heel veel organen worden doorgaans alleen bij hun afgekorte naam genoemd, dus schrik niet van termen als de UR, de FR en de OLC.
Het zal je niet verbazen: de UR gaat over zaken op universitair niveau, de FR over zaken op facultair niveau. Iedere faculteit heeft dus een eigen FR. Ze onderscheiden zich van de Opleidingscommissies (OLC’s) doordat de leden van de UR en FR meer op hoofdlijnen adviseren (en soms meebeslissen) over het onderwijs- en onderzoeksbeleid, waar de OLC zich primair richt op de kwaliteit van de opleiding(en). In alle raden zitten zowel studenten als docenten.
De Opleidingscommissie
Kleine OLC
Ik ben zelf lid van de ‘kleine OLC’ propedeuse juridische opleidingen. Met de term ‘kleine OLC’ wordt gedoeld op de OLC van één specifieke opleiding, in mijn geval het eerste jaar van de opleidingen Rechtsgeleerdheid, Fiscaal en Notarieel Recht. Mijn OLC bestaat uit twee student-leden en twee docent-leden. We overleggen ongeveer vier keer per jaar met de opleidingsdirecteur, die gaat over het onderwijsbeleid. Daarnaast hebben we met enige regelmaat een bijeenkomst van de ‘grote’ OLC, daarin komen alle kleine OLC’s van onze faculteit bij elkaar.
In vergelijking tot mijn ‘bijbaan’ als gemeenteraadslid zijn dat niet veel vergaderingen. Dat is doorgaans ook niet nodig: het belangrijkste onderdeel van OLC-lid zijn is namelijk luisteren naar je medestudenten. Als ik klachten van hen hoor over een werkgroep of iemand juist erg tevreden was over een vak, kun je dat dus goed bespreken in deze kleine OLC.
De vakevaluaties waar ik het eerder over had, komen terug in de OLC. Als student-lid geef ik mijn eigen mening over vakken of vertel wat ik van medestudenten heb gehoord. Zodra een vak met een onvoldoende is beoordeeld door studenten, wordt dat resultaat met extra aandacht besproken en moet de onderwijsstaf van het vak aangeven wat volgens hen de oorzaak is van die beoordeling. Ik kan vervolgens aangeven of ik denk dat de oorzaken en oplossingen naar mijn idee helpen. Omdat je bij het invullen van de evaluatie weinig ruimte hebt om uit te leggen waarom je iets vindt, is het belangrijk om de ervaringen van studenten naast de cijfers te leggen. Zo probeer ik met mijn mede-OLC-leden te zorgen dat het onderwijs voor onze medestudenten (en nieuwe studenten!) van hoge kwaliteit blijft.
Grote OLC
In de grote OLC komen zaken aan de orde die betrekking hebben op alle opleidingen gezamenlijk. Een goed voorbeeld daarvan zijn de roosters (ook wel ‘blokkenschema’s’). Daarin kijken student-leden logischerwijs vooral naar de planning van tentamens. Als er veel tentamens in één week gepland staan, proberen we die te laten verplaatsen. Dat betekent immers weer een minder stressvolle tentamenperiode!
Een ander voorbeeld van een groot, abstracter thema dat terugkomt in zowel de OLC’s als de FR en UR is de invulling van het onderwijsprogramma. Ik vind het altijd een uitdaging om te discussiëren over de dingen die studenten nu moeten leren op de universiteit om straks klaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Zeker omdat bedrijven (en de samenleving als geheel) steeds sneller om andere vaardigheden vragen. Voor juristen is bijvoorbeeld de verwachting dat op korte termijn robots het werk van beginnende stagiaires kunnen overnemen. Door over dergelijke ontwikkelingen na te denken blijft het onderwijs aan de universiteit studenten voorbereiden op de toekomst.
Waarom medezeggenschap?
Ik vind het erg belangrijk dat studenten meepraten. Over het onderwijs, over onderzoek, over vakken, over planning van tentamens. Wij zijn immers degenen die iedere dag ervaren hoe het onderwijs in de praktijk uitpakt. Met die ervaring kunnen we vaak goede adviezen geven over wat er anders moet en vertellen wat er goed gaat. Zo worden jouw vakken, docenten en readers steeds beter, en bereidt wat je in je studie leert, je ook echt voor op het leven na je studie. Ook al lijkt dat nu nog ver weg… 😉
Heb je een klacht, opmerking of geweldig idee? Neem contact op met je medestudenten uit de FR, UR, of OLC (te vinden in de Organisatiegids). Zelf enthousiast geworden? Dan hoop ik natuurlijk dat je volgend jaar zelf lid word van de UR, FR of de OLC. Laat het me hieronder weten!