Afgelopen week was het dan eindelijk zover: na 7 jaar kreeg ik mijn bachelor Engelse Taal en Cultuur uitgereikt. Een gebeurtenis die natuurlijk de grandeur van het Groot Auditorium van het Academiegebouw verdiende.
Met zo’n 70 andere (ex-)studenten kreeg ik de bevestiging dat ik klaar ben met het eerste deel van mijn universitaire opleiding. Of, om met Harry Mulisch te spreken: het einde van het begin.

Ondertussen ben ik al bijna een maand bezig aan het laatste deel van mijn educatie: mijn master North American Studies. Een nieuwe master qua naam, maar ervaren docenten die deze vakken al jaren op masterniveau geven. Een opleiding aan dezelfde universiteit, maar toch met de nodige verschillen.

Ten eerste heb ik nog maar een vak dat direct aansluit op mijn bachelor. Geen linguistics, philology of language acquisition meer voor mij, alleen nog literatuur. Om precies te zijn een vak over Amerikaanse literatuur van na 11 september 2001. De overige vakken sluiten meer aan op de bachelor Geschiedenis, iets wat even wennen is. Mijn voorkennis over de Amerikaanse geschiedenis is niet enorm, dus zeker bij Civil Rights is dat aanpoten.

Ten tweede volg ik deze master met 11 andere mensen. Een jaar bij de bachelor Engels bestaat tegenwoordig al gauw uit een vrouw of 100 met hier en daar een man. Dit jaar kom ik bij college dus constant dezelfde mensen tegen. Dat betekent ook dat je elkaar natuurlijk een stuk beter leert kennen, vooral ook omdat bij iedereen de motivatie erg hoog is. Enige uitzondering hierop is het literatuurvak: dit is ook toegankelijk voor masterstudenten Engels, waardoor we daar met dubbel zoveel mensen zitten. Dat staat de interactie tussen docent en groep overigens totaal niet in de weg. In vergelijking met de bachelor blijkt dat masterstudenten veel actiever zijn tijdens een college en dat iedereen graag van zich laat horen.
Eén ding is echter wel hetzelfde gebleven: of het nou bachelor- of masterniveau is, zowel studenten als docenten borrelen graag. De master begon dan ook met een introductiedag die, na alle droge stof, eindigde in een borrel bij de Grote Beer. De docenten bleven in ieder geval langer hangen dan ik…